Tussenjaren van Yannick Dangre is eindelijk weer een roman nadat het lang stil was rond deze schrijver die zo’n veelbelovende start maakte.
Want ga maar na: Yannick Dangre (Brussel, 1987) debuteerde op 22-jarige leeftijd met zijn roman Vulkaanvrucht, die werd bekroond met de Debuutprijs. Dat was in 2011.
Ook zijn eerste dichtbundel (eveneens in 2011) Meisje dat ik nog moet, beleefde een heldenonthaal. Genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs (voor beste poëziedebuut) en bekroond met de Herman de Coninckprijs.
Hij bleef productief: hij publiceerde het goed onthaalde Maartse kamers (AKO-Tiplijst) en de familiekroniek De idioot en de tederheid. In 2016 werd hij door NRC uitgeroepen tot literair talent van het jaar. Misschien hadden ze dat even niet moeten doen bij NRC, want dat is nu bijna tien jaar geleden en sindsdien verscheen er niks!
Maar nu ligt er de nieuwe roman, Tussenjaren. Op de vraag wie dit boek zou moeten lezen, zei hij onlangs in een interview met Autheneum Boekhandel: ‘Iedereen die ooit een eerste liefde heeft gehad en daar, hetzij weemoedig, hetzij meewarig, wel eens aan terugdenkt’.
De titel Tussenjaren van Yannick Dangre verwijst naar de dertig jaar waarin Charles en zijn eerste vrouw Sylviane elkaar niet hebben gezien. Sylviane verdween. Het enige wat ze achterliet: een brief met de belofte om elkaar drie decennia later terug te zien in Napels.
Zonder iets tegen zijn gezin te zeggen, besluit Charles te vertrekken. Hij heeft nog wel wat vragen, dat spreekt voor zich. Op Italiaanse bodem wordt het verleden ogenblikkelijk als een zandstorm in hem losgewoeld.
Terwijl de Napolitaanse zon ongenadig op hem inbeukt, vraagt hij zich met elk naderend uur af of Sylviane op de afspraak zal zijn en waarom hij hun dochter nooit de waarheid heeft verteld.
Tussenjaren is een roman over de vraag of je in het leven werkelijk opnieuw kunt beginnen. Het is een vertelling over liefde, schuld, ouderschap en de werking van de tijd.