Boeken over Wilhelmina lees je toch anders na de indrukwekkende toespraak van koning Willem-Alexander tijdens de Dodenherdenking.
In deze toespraak bood de koning excuses aan voor het overheidshandelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij ging daarbij kort in op de weinige aandacht die zijn overgrootmoeder had voor de jodenvervolging.
Voer voor historici die op 4 mei om kwart over acht al tot de conclusie kwamen dat Willem-Alexander een historische toespraak had gegeven waarmee hij een keerpunt in zijn koningsschap heeft gemarkeerd. Een ding staat vast: het laatste boek over Willem-Alexander is nog niet geschreven, maar geldt dat ook voor Wilhelmina?
Mooi is in ieder geval de tweedelige biografie die Cees Fasseur begin van deze eeuw schreef over de jonge koningin Wilhelmina. Queen Pretty Face noemden Amerikaanse kranten haar toen ze net was aangetreden. Pas 18 jaar oud. Ze zou een halve eeuw koningin blijven. Dit boek is sowieso interessant omdat Fasseur (met toestemming van de toenmalige koningin Beatrix) zonder enig voorbehoud gebruik mocht maken van het archief van Wilhelmina. Een sprankelend boek over de jonge koningin. Dat was deel 1 van de biografie.
In het tweede deel, Krijgshaftig in een vormeloze jas, gaat Fasseur in op het leven van Wilhelmina tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het Historisch Nieuwsblad verscheen in 2011 een uitgebreide analyse van de mate waarin Wilhelmina op de hoogte is geweest van de jodenvervolging. Het artikel opent met een bizarre anekdote waarbij Wilhelmina een stokje steekt voor een vluchtelingenkamp voor joden in de buurt van paleis Het Loo. Fasseur wordt hier geciteerd. Hij noemt de periode vlak voor de oorlog ‘niet de meest verheffende episode uit haar leven en lange regering’.
Er zijn meer boeken over Wilhelmina. Minder prudent is in elk geval Gerard Aalders in zijn biografie uit 2018. Hij kreeg geen toegang tot de koninklijke archieven. Wel onthulde hij dat Wilhelmina bij leven nogal wat documenten heeft laten vernietigen die een minder prettig licht zouden hebben geworpen op haar persoonlijkheid. Tja, dan mag je toegang hebben gehad tot de koninklijke archieven, de vraag is of dat onder de streep echt iets heeft toegevoegd.
Als oorlogskoningin werd Wilhelmina natuurlijk op handen gedragen en in de boeken over Wilhelmina wordt haar rol als oorlogskoningin natuurlijk uitgebreid belicht. Aalders schetst een beeld van een koningin die via Radio Oranje haar onderdanen toesprak, maar intussen door de geallieerde leiders niet serieus werd genomen. Zo zou ze het verzet in gevaar hebben gebracht door het centraal te willen organiseren (handig voor de Duitsers) en zou buitengewoon onredelijk omgaan met haar ministers. Hij citeert de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt die haar omschreef als ‘bigotte, onzuiver redenerende, onmogelijk veeleisende, intens egocentrische oude dame’. Even andere koek dan Queen Pretty Face.
MEER LEZEN OVER WILHELMINA? KLIK DE LINK
Fasseur (hij is inmiddels overleden) leek in een onmogelijke positie te zitten: aan de ene kant wist hij als geen ander wat er in het leven van Wilhelmina is gebeurd, aan de andere kant lijkt hij zich geen hard moreel oordeel te willen vormen. De vraag is natuurlijk ook of dat wel de rol van historici is. Geschiedkundigen hebben mede de taak om het verleden te ontsluiten voor het publiek. Wij als lezers verkeren in de luxe positie om die kennis tot ons te nemen en er al dan niet aan de borreltafel een moreel oordeel over aan te meten. In alle vrijheid.