Je had er waarschijnlijk bij moeten zijn van Thomas Korsgaard is de derde roman in een reeks van een wonderkind.
Natuurlijk ben je anno 2025 geen kind meer als je in 1995 bent geboren, maar verbijsterend is het wel dat een jonge schrijver zo jong al, zo goed schrijft en ook al geruime tijd.
Hij lijkt in die zin op de Duitse schrijver Benedict Wells die ook voor zijn dertigste al de ene na de andere prachtroman publiceerde en daarmee een enorm lezerspubliek veroverd.
In Je had er waarschijnlijk bij moeten zijn van Thomas Korsgaard lezen we meer over de eenzame held Teu. Zijn huisbaas in Frederiksberg heeft hem eruit gegooid en hij kan nergens heen.
Terugkeren naar zijn gezin in Skive, naar zijn gewelddadige vader, is ondenkbaar. Tue heeft een sporttas met kleding, een laptop en een plant bij zich. Overdag verkoopt hij op straat krantenabonnementen en ’s nachts slaapt hij in een van de achterkamertjes van de redactie.
Hier ontmoet hij Victoria, die hem een slaapplek aanbiedt op de bank bij haar en haar moeder, een succesvol architect. Het wordt een interessante ervaring: Victoria en haar moeder wonen in een landhuis. Al snel staat Tue weer op straat. Hij zwerft rond en moet onderdak zoeken op de raarste plekken en bij dubieuze types.
De eerste twee romans (Mocht er iemand langskomen en Op een dag lachen we erom) volgen een jongen die opgroeit in een door armoede geteisterd gezin op een bijna failliete boerderij. Een periode waarin hij worstelt met zijn ontluikende seksualiteit, creatieve dromen en verlangen naar een leven in de stad.
Je had er waarschijnlijk bij moeten zijn van Thomas Korsgaard werd bekroond met de prestigieuze de prestigieuze Deense literaire prijs De Gyldne Laurbær. Hij was de jongste auteur die deze prijst ooit won. Met recht een literaire sensatie.