Bijna een man van J. J. Voskuil is de eerste uit een reeks van dagboeken over de medewerker van een wetenschappelijk bureau die beroemd werd met zijn Het Bureau-romans.
Al in 1963 publiceerde Voskuil Bij nader inzien. De schrijver werd decennia later pas ontdekt door het grote publiek toen van deze roman over een groep studenten een televisieserie werd gemaakt. Hoofdpersoon in deze roman: Maarten Koning, een personage dat in de jaren erna zou uitgroeien tot dé centrale figuur in het oeuvre van Voskuil. Want in de maar liefst zeven romans over Het Bureau, is Maarten Koning medewerker van het Bureau: het Amsterdamse Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde. Maarten Koning beschrijft het op het oog vrij kalme bestaan, waar onder de oppervlakte van alles broeit.
In Het Bureau bleef Voskuil dicht bij zijn eigen leven. Het Bureau is gemodelleerd naar Het Meertens Instituut waar Voskuil werkte en in kringen rond het Meertens Instituut werk Het Bureau gelezen als een sleutelroman. Des te interessanter is daarom Bijna een man van J. J. Voskuil. Hoe verhouden de persoonlijke notities in de schriftjes van de schrijver zich tot zijn romans?
Een ding hebben de dagboeken en Het Bureau gemeen: Voskuil toont zich ook in zijn dagboeken een meester in het genadeloos portretteren van de naoorlogse bovenlaag. Hij is scherp en vrij genadeloos. Waar de dagboeken afwijken van Het Bureau, is dat Maarten Koning in Het Bureau geen commentaar op zichzelf levert, des te meer op de buitenwereld. In de dagboeken kijkt de schrijver wel degelijk naar binnen en geeft hij ook zijn ongezouten mening over zichzelf. Even genadeloos. Een zelfportret dat niet alleen de goede kanten van de man belicht. Daarnaqast legt hij de verandering van Nederland vast. Geen veranderingen ten goede, in ogen van Voskuil. De asfaltering van het platteland, de bouwdrift, de bevolkingsexplosie en de vleesindustrie zijn hem stuk voor stuk doornen in het oog.
Bijna een man (de titel verklapt het al) gaat over de jonge jaren van de schrijver. Het bestrijkt de periode van 1939 tot 1955. Glashelder is al snel dat Voskuil niet kan zonder zijn pen en zijn schrift waarin hij noteert wat hem bezighoudt en wat hij meemaakt. In zijn leven schreef hij 160 schriften vol. Van Oorschot geeft de dagboeken uit in zeven delen. Bijna een man omvat bijna 800 pagina’s en verschijnt in september 2022. Het laatste deel moet in 1925 verschijnen.
In bijna een man beschrijft Voskuil hoe hij in de zomer van 1943 gaat werken op een boerderij in Grolloo, waar hij hooit, rooit, ment en egt. Een jaar later ontmoet hij zijn latere vrouw Lousje en moet het gezin Voskuil in Den Haag de rest van de oorlog zien door te komen.
Daarna gaat hij studeren in Amsterdam – eerst economie (geen succes), dan Nederlands – en stort hij zich in het studentenleven, waar hij onder anderen Jaap Oversteegen en Frida Vogels ontmoet, zoals later beschreven in Bij nader inzien. Aan het eind van dit deel zegt Voskuil na een half jaar zijn baan als leraar aan de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Groningen op en heeft geen idee wat hij verder gaat doen.
Vanaf dan zal nog heel veel volgen…
BESTEL HIER ALLES VANN J.J. VOSKUIL
BESTEL HIER JE KATTENBROKKEN, WASMIDDEL, LEKKERE GEURTJES, SCHOOLSPULLEN, AGENDA’S, KEUKENGEREI, KLEDING, BOEKEN, MUZIEK, SPORTSPULLEN EN STEUN LEESBEEST.