Bette Dam moet over stalen zenuwen beschikken. De rijzige Friezin met haar felblauwe ogen en vlijmscherpe pen trok door Afghanistan op zoek naar het verhaal van de talibanleider moellah Omar.
Aanleiding is een bezoek aan de Nederlandse troepen die in 2006 in Afghanistan waren gelegerd. Tot haar verbazing bleken de soldaten verdomd weinig te weten over hun vijand, de taliban. Al snel ontdekte ze dat eigenlijk niemand in de westerse wereld echt inzicht had in de taliban.
Vervolgens deed ze wat journalistiek voor de hand ligt, maar eigenlijk maar weinig gebeurt: de schoenen aan en eropaf, uitzoeken hoe het zit, praten met gewone (en ongewone) mensen. Dat vergt moed, want ze verliet het relatief veilige legerkamp en trok het land in. Het vergt ook diplomatie en vindingrijkheid, maar vooral een open blik, nieuwsgierigheid en oprechte interesse.
Haar speurtocht leverde enkele jaren geleden al het boek Expeditie Uruzgan op, een boek over de Afghaanse president Kharzai. Vervolgens stortte zich op een boek over moellah Omar, de talibanleider die door de Amerikanen op de huid werd gezeten. Ze had inmiddels een indrukwekkend netwerk in Afghanistan, niet in de laatste plaats omdat ze haar boek liet vertalen in het Farsi en Pashtun.
Haar volgende boek, Op zoek naar de vijand, zou gaan over moellah Omar. Het draaide uit op een genuanceerd verhaal over deze talibanleider die eigenlijk geen oorlog wilde, sterker: de taliban zou een potentiële bondgenoot hebben kunnen zijn in de strijd tegen Al Qaida. Ze moffelt de gruwelijke kantjes van de taliban niet weg, maar zet er wel een beeld naast waaruit blijkt dat je ook op een andere manier naar de oorlog in Afghanistan kunt kijken. Vooral maakt ze duidelijk de westerse aanname dat Al Qaida, taliban, IS eigenlijk een pot nat is, niet klopt.
Wil je meer lezen over Bette Dam? Recent publiceerd de Volkskrant een groot interview.
WAARDEER JE LEESBEEST? BESTEL DAN JE BOEKEN EN ANDERE SPULLEN VIA DE BANNERS EN LINKS OP DEZE SITE.