Olga Tokarczuk en Peter Handke krijgen de Nobelprijzen voor de Literatuur voor respectievelijk het jaar 2018 en 2019. Waarom twee in een klap? Vorig jaar waren er wat #me too-achtige perikelen rond de respectabele Zweedse jury. Deze haar in de soep verhinderde toen een bekroning.
De Poolse Tokarczuk (57) is in Nederland niet heel bekend. Dat gaat nu ongetwijfeld veranderen. Vorig jaar won ze de Man Booker International Prize voor De Rustelozen. Eerder dit jaar verscheen De Jacobsboeken in Nederland.
Beveiliging
Tokarczuk krijgt nu wereldwijde erkenning, maar is in eigen land bepaald niet onomstreden. De schrijfster bevindt zich links van het midden in het politieke spectrum en steekt haar kritiek op de Poolse samenleving en geschiedenis niet bepaald onder stoelen of banken. Ze trekt aan de ene kant een enorm lezerspubliek, maar ze ondervindt ook nogal wat moeilijkheden in het conservatieve Polen. Zo sterk zelfs, dat ze af en toe beveiligd moet worden.
Oorlogsmisdadiger
De andere winnaar is evenmin onomstreden. De jury omschrijft het werk van Peter Handke als ‘invloedrijk’, een schrijver die ‘met linguïstische vindingrijkheid de periferie en specificiteit van menselijke ervaringen heeft onderzocht’. Handke schreef onder meer De angst van de doelman voor de strafschop en Ongezocht Ongeluk: Een vertelling. In Nederland is hij meer bekend van zijn toneelstukken en films. Zo schreef hij, samen met Wim Wenders het scenario van De Himmel über Berlin. Zijn werk is in Nederland (dat zal misschien snel veranderen) alleen tweedehands te krijgen.
Tijdens zijn schrijversloopbaan was Handke meerdere keren verwikkeld in politieke schandalen. In 1996 publiceerde hij een reisverhaal waarin hij het opnam voor de Serviërs die op dat moment onder leiding van Slobodan Milosevic de moslims uitmoordden. Tien jaar later hield Handke zelfs een rede aan het graf van deze oorlogsmisdadiger.
De Nobelprijs voor de Literatuur wordt sinds 1901 uitgereikt. In 2017 werd de onderscheiding toegekend aan de Japanse schrijver Kazuo Ishiguro. Daarvoor ging hij onder meer naar Bob Dylan (2016), J.M. Coetzee (2003), Günter Grass (1999), Gabriel García Márquez (1982) en Samuel Beckett (1969). Nog nooit won een Nederlandse auteur de prestigieuze prijs.