Juli Zeh over mensen en paarden. Dat is pas een feest. Een van Duitslands belangrijkste schrijfster blijkt een fascinatie te hebben voor paarden. En, vooruit, ook voor mensen.
Over mensen en al hun mankementen schreef ze de geweldige roman Ons soort mensen. Een heerlijke zedenschets van een Duits dorp dat na de val van de muur het hoofd moet bieden aan allerlei hedendaagse uitdagingen, waarvan de komst van een windmolenpark niet bepaald de geringste is. Vervolgens verbaasde ze met Nieuwjaar, een indringende roman over de levenslange gevolgen van een jeugdtrauma en met Lege harten – een dystopie over Duitsland in de nabije toekomst onder een extreem-rechtse regering.
Nieuw is Juli Zeh over paarden en mensen. Het ligt voor de hand, want toevallig heeft Zeh een enorme voorliefde voor het edele dier. Ze rijdt zelf en schrijft over de overeenkomsten tussen paardrijden en schrijven. Ze vertelt dus haar persoonlijk verhaal over haar leven met en tussen de paarden. Ze vertelt aanstekelijk over de meewarigheid waarmee veel ‘paardenmeisjes’ worden bejegend. De sukkels die een beetje badinerend over paardenmeisjes doen weten natuurlijk niet wat het betekent om 1) van een paard te vallen en 2) er meteen weer op te stappen. Ze hebben geen idee van de discpline die komt kijken bij het zorgen voor een paard. Ze weten evenmin hoe intens gelukkig je kunt worden van paardrijden.
Maar Zeh trekt het breder en neemt je aan de hand door de geschiedenis van het paard in vooral de twintigste eeuw. Dat was de periode dat het paard eigenlijk werd ‘uitgefaseerd’ door de mechanisatie. Als er niet een enorme vrijetijdscultus was ontstaan tond het paard dan zou het paard nu alleen nog maar in de dierentuin te bewonderen zijn.
Aan de hand van de taal van paarden, hun kuddegedrag en hun extreme gevoeligheid, legt Zeh uit hoe de mens daar een bron van inspiratie en plezier en ontspanning in heeft gevonden. Als geen ander kan Zeh je duidelijk maken waarom paardrijden je gelukkig maakt.
BEKIJK ALLE BOEKEN VAN JULI ZEH.