Het boek Daniel is het nieuwe boek van Chris de Stoop. Opnieuw non-fictie, opnieuw persoonlijk, opnieuw ontzettend indrukwekkend.
Chris de Stoop is een journalist die zichzelf graag in de strijd gooit zonder ooit tussen zijn onderwerp en de lezer in te gaan staan. Dat leidde in het verleden tot boeken die lezen als romans, maar die ‘gewoon’ het echte leven beschrijven, de echte maatschappelijke problemen.
Neem Wanneer het water breekt over het wedervaren van een grote groep Vietnamese vluchtelingen. Of lees Dit is mijn hof over de boerderij van De Stoops familie waar de bedrijvigheid van de ene op de andere dag stopt omdat de Zeeuwse Hedwigepolder onder water moet worden gezet. Een prachtig boek over de teloorgang van het boerenleven.
Dit is ook een van de thema’s in Het boek Daniel, over de oom van Chris de Stoop. Hij had zijn oom Daniel, een aan de grens van Frankrijk teruggetrokken levende boer, al jaren niet gezien. Oom Daniel, een morsige man met een woeste baard die in het dorp werd aangeduid als ‘Jezus’ of ‘viezerik’, meed al lang al te innige sociale contacten. Met familie, met de mensen in het dorp. Eens per week tufte hij op de trekker naar de supermarkt, zijn enige moment van contact, dat hij wel degelijk zeer leek te waarderen. Op de terugweg stond hij altijd even stil om naar het huis te kijken van Yvette – de vrouw van wie hij koppig is blijven houden, alhoewel zij hem niet bliefde.
Op een dag brandt de hoeve van oom Daniel af en wordt het verkoolde lijk van de oude boer in de woonkamer gevonden. Beroofd en, naar later blijkt, doodgeslagen. De Stoop raakt bij de zaak betrokken omdat hij namens de familie moet pleiten in de zaak (dat gaat in België net iets anders dan in Nederland). Door zijn betrokkenheid bij het strafproces krijgt De Stoop langzaamaan meer inzicht in de laatste jaren van zijn oom. En in de bende van Evernijs die achter de moord op de boer blijkt te zitten.
Dat ‘bende van Evernijs’ klinkt heel indrukwekkend, maar De Stoop schetst een beeld van een onsamenhangende groep blowende hangjongeren, ontspoord op school, geen cent te makken maar wel de dringende behoefte aan geld en spullen. De Stoop schrijft vaak met ergernis, maar soms ook met invoelingsvermogen over de jongens die zijn hoogbejaarde oom doodsloegen. Zo is dit boek mede een portret van een generatie jongens die weinig mee hebben. Laat onverlet dat het De Stoop pijn doet dat de advocaten vier jaar later in de rechtszaal er alles aan doen om de brute moord af te doen als een ‘stommiteit’, eigenlijk een ongeluk dat iedereen had kunnen begaan.
Dit boek leest als een monument voor oom Daniel. Een echte boer die tot zijn laatste dag bleef boeren. ‘Hij was geen slechte boer, maar een late boer’ zegt iemand in het boek over oom Daniel. Een late boer die tegen de tijdsgeest in en tegen wil en dank doorging, zonder dat er ook nog maar een beetje vet in de soep zat. ‘Bijna niemand kende hem echt, maar Daniel was (…) een goede man, misschien wanordelijk en wantrouwig, maar in wezen een goede man die zijn leven lang zorgde voor zijn familie en het familiebedrijf. En die zich toen ineens van alles en iedereen afsloot. Zijn verhaal sprak me aan en schrikte me af. Maar het moet worden verteld’, schrijft De Stoop.
Met het afbranden van de hoeve is de nagedachtenis van oom Daniel verwoest, maar is ook een tijdperk onherroepelijk voorbij. Hoewel De Stoop alles geserreerd noteert en zich nergens te buiten gaat aan hatelijke tirades tegen de moordenaars van zijn oom, is in elke zin de pijn voelbaar over de dood van zijn oom en het verdwijnen van een wereld die er pas enkele decennia terug nog volop was. Het boek Daniel is een schitterend monument voor de oude boer en voor een wereld die definitief verdween toen hem het licht uit de ogen werd geslagen.
Nieuwsgierig naar meer van Chris de Stoop?
Dit is mijn hof is een schitterend persoonlijk verhaal over de geboortegrond van de schrijver. Van de ene dag op de andere is de boerderij van zijn familie leeg komen te staan. Reden: de Zeeuwse Hedwigepolder moet onder water worden gezet. Een gevoelig onderwerp, zeker in Zeeland. Het boek gaat over de strijd tussen de bewoners van het oude boerenland en de natuurvrienden die nieuwe natuur aan willen leggen.
Voor het onderzoek naar Ze zijn zo lief meneer deed Chris de Stoop zich voor als Antwerpse seksbaas en reist hij undercover de wereld over, langs bordelen, nachtclubs en peeskamers. Hij brengt in kaart hoe de vrouwenhandel wereldwijd werkt in dit boek dat veel stof deed opwaaien.
Andere boeken van Chris de Stoop: