Capitulatie van Voskuil is het tweede deel van de dagboeken van J. J. Voskuil. Hij heeft een wens: afzijdig van de maatschappij leven.
Iedereen die de boeken van Voskuil kent, weet dat dat niet helemaal uit de verf is gekomen.
In het recent verschenen eerste deel van deze reeks, Bijna een man, beschrijft hij hoe hij in de zomer van 1943 gaat werken op een boerderij in Grolloo, waar hij hooit, rooit, ment en egt. Een jaar later ontmoet hij zijn latere vrouw Lousje en moet het gezin Voskuil in Den Haag de rest van de oorlog zien door te komen. Daarna gaat hij studeren in Amsterdam – eerst economie (geen succes), dan Nederlands – en stort hij zich in het studentenleven, waar hij onder anderen Jaap Oversteegen en Frida Vogels ontmoet, zoals later beschreven in Bij nader inzien (1963).
Capitulatie van J. J. Voskuil is de eerste uit een reeks van dagboeken over de medewerker van een wetenschappelijk bureau die beroemd werd met zijn Het Bureau-romans. Het tweede deel van de serie pikt de draad op in 1956 en loopt tot 1965. Al in 1963 publiceerde Voskuil Bij nader inzien.
Capitulatie van Voskuil neemt je mee naar de volwassenheid van de man die terugverlangt naar een idylle
De schrijver werd decennia later pas ontdekt door het grote publiek toen van deze roman over een groep studenten een televisieserie werd gemaakt. Hoofdpersoon in deze roman: Maarten Koning, een personage dat in de jaren erna zou uitgroeien tot dé centrale figuur in het oeuvre van Voskuil. Want in de maar liefst zeven romans over Het Bureau, is Maarten Koning medewerker van het Bureau: het Amsterdamse Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde. Maarten Koning beschrijft het op het oog vrij kalme bestaan, waar onder de oppervlakte van alles broeit.
In Het Bureau bleef Voskuil dicht bij zijn eigen leven. Het Bureau is gemodelleerd naar Het Meertens Instituut waar Voskuil werkte en in kringen rond het Meertens Instituut werk Het Bureau gelezen als een sleutelroman. Des te interessanter is daarom Bijna een man van J. J. Voskuil. Hoe verhouden de persoonlijke notities in de schriftjes van de schrijver zich tot zijn romans?
Een ding hebben de dagboeken en Het Bureau gemeen: Voskuil toont zich ook in zijn dagboeken een meester in het genadeloos portretteren van de naoorlogse bovenlaag. Hij is scherp en vrij genadeloos. Waar de dagboeken afwijken van Het Bureau, is dat Maarten Koning in Het Bureau geen commentaar op zichzelf levert, des te meer op de buitenwereld. In de dagboeken kijkt de schrijver wel degelijk naar binnen en geeft hij ook zijn ongezouten mening over zichzelf. Even genadeloos. Een zelfportret dat niet alleen de goede kanten van de man belicht.
De dagboeken zijn verrassend actueel, want Voskuil geeft uitgebreid en ondubbelzinnig commentaar op de in zijn ogen gruwelijke tekenen des tijds: de asfaltering van het platteland, de bouwdrift, de bevolkingsexplosie en de vleesindustrie zijn hem stuk voor stuk doornen in het oog.
In Capitulatie van Voskuil is de schrijver op zoek naar een levensweg die hem niet zal verstikken. Nadat hij zijn baan aan de Rijkskweekschool in Groningen opgeeft, vlucht hij terug naar Amsterdam, ervan overtuigd afzijdig van de maatschappij te kunnen leven. Maar de idylle van zijn beschermde jeugd en studententijd is voorbij. Hij ziet weldra in dat zijn ‘onmaatschappelijkheid uit trots’ kinderspel en lafheid is. Hij accepteert een pretentieloze baan bij een niet serieus te nemen wetenschappelijk instituut. Naast dit ‘stompzinnige werk’ bij het Bureau blijft hij schrijven: onvermoeibaar werkt hij aan wat het vuistdikke Bij nader inzien zal worden. Hij schrijft het ‘om te kwetsen’ en het geeft hem lucht en ‘lol, een beetje grimmige lol, maar lol’.
Kortom, de jongeman in Voskuil geeft het op. Hij capituleert voor de grote boze wereld en schikt zich in een rol waarin hij niet gelukkig is.
BESTEL HIER ALLES VAN J.J. VOSKUIL
BESTEL HIER JE KATTENBROKKEN, LEKKERE GEURTJES, SCHOOLSPULLEN, KEUKENGEREI, KLEDING, BOEKEN, MUZIEK, SPORTSPULLEN EN STEUN LEESBEEST.