Auke Kok ging de eerste keer dat hij (piepjong nog) Johan Cruijff ontmoette bijna door zijn hoeven van de zenuwen. Toen hij Cruijff jaren later (als journalist al door redelijk wat wateren gewassen) opnieuw ontmoette, bestierf hij het opnieuw. Bij leven was Johan Cruijff al een legende en dat is er sinds zijn dood in 2016 niet minder op geworden.
Auke Kok schreef met een vuistdikke biografie over Cruijff. Een boek over de ‘echte’ Cruijff. Een fenomenale voetballer die iedereen dacht te kennen. Immers, we zagen hem schitteren op het veld en we kregen van alles over hem mee via de media. Niet in de laatste plaats omdat hij nogal eens in een conflict verzeild raakte.
Auke Kok kan voetbalwedstrijden beschrijven op zo’n manier dat je achteraf denkt dat je erbij bent geweest. Hij diepte tal van details en wetenswaardigheden op waardoor de voetbalgeschiedenis nog meer gaat leven. Gelukkig is hij het diepe ontzag dat hij als jongere man had voor Cruijff een beetje te boven gekomen en verdiept hij zich ongegeneerd in de mens en het mysterie Cruijff. Hij struikelde over unieke documenten, vroeg honderden mensen (klasgenoten, ploegmaten, vriendinnen, zakenpartners en familie) het hemd van het lijf en komt met antwoorden op tal van vragen: waarom had hij zo vaak conflicten? Waarom bleef hij weg van het WK 1978? Waarom werd hij geen bondscoach in 1994?
De onthulling dat Cruijff zichzelf jaarlijks een miljoen liet uitbetalen door zijn eigen Johan Cruijff Foundation leidde deze week subiet tot een kort geding van de foundation.
De biografie leest als een heerlijke schelmenroman over een graatmagere hypernerveuze Amsterdammer met een grote bek die uitgroeit tot een wereldfenomeen.