De tuinen van Buitenzorg is een mooie biografische schets waarin Jan Brokken zich opnieuw een meester toont in het terughalen van zijn geschiedenis.
Jan Brokken is, wat mij betreft, wel zo ongeveer de beste non-fictieschrijver die we hebben in Nederland. Hij kijkt naar buiten en naar binnen. In zijn reisverhalen is hij de meeslepende verteller die zijn lezers meeneemt naar plekken waar zelf niet naartoe kunnen (of durven). Brokken werd beroemd (ook in het buitenland) met reisboeken als De regenvogel, Jungle Rudy en Baltische zielen.
Hij schreef ook romans: De blinde passagiers en De droevige kampioen. Maar het best vind ik Jan Brokken in de boeken waar hij over de wereld schrijft en over zijn eigen geschiedenis. Prachtig is bijvoorbeeld De Vergelding, waarin hij vertelt hoe het dorp waar hij opgroeide (dat later werd opgeslokt door Rotterdam) in de Tweede Wereldoorlog het decor was van klein verzet en grote vergelding. Een eyeopener dit boek dat, in tegenstelling tot wat je geneigd bent te denken, aantoont dat in ‘onze’ oorlog de zaken niet zo zwart-wit lagen.
Ander voorbeeld van zo’n persoonlijk boek is In het huis van de dichter over zijn bijzondere vriendschap met de legendarische, jong aan aids gestorven pianist Youri Egorov. In de vategorie boeken waarin Brokken zijn persoonlijke geschiedenis blootlegt, is nu De tuinen van Buitenzorg verschenen. Hierin vertelt hij het verhaal van zijn moeder, die in 1935 naar Nederlands-Indië verhuisde en in 1947 terugkeerde naar een verwoest Nederland. Het vertrek naar Nederlands-Indië was het begin van een leven in het paradijs. Dit leven werd met uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verwoest.
In dit boek gaat Jan Brokken op zoek naar zijn moeder in de tijd voordat ze zijn moeder was. Hij verweeft dit verhaal met meer essayistische passages over kunst en (natuurlijk) muziek. Brokken op z’n best.
MEER VAN JAN BROKKEN